Gisteren bezocht ik met een vriendin "Sully Plantation", een plantage, die maar net gered werd voor het vliegveld Dulles het kon annexeren. Als je dus een langere overstap hebt in Washington, maar geen tijd om helemaal naar de stad te reizen, is een bezoek aan deze plantage zeker de moeite waard.
Hieronder een verslagje met foto's:
Onze excursie van vandaag gaat naar Sully Plantation. Het is, denk ik, twintig jaar geleden, dat ik daar voor het laatst was en Karin is er nog nooit geweest.
Het is heerlijk weer en we parkeren onze auto op de vrijwel lege parkeerplaats. Nadat we kaartjes voor een rondleiding hebben gekocht, lopen we naar het huis. Deze plantage stamt uit 1794 en vandaag is er geen electriciteit, om de een of andere reden, wat alles helemaal authentiek maakt. De entree bedraagt $5 en we betalen het grif.
We moeten aan de voordeur van het huis aankloppen, maar dan worden we ontvangen als langverwachte gasten! We krijgen onze persoonlijke gids, die werkelijk alles weet over het leven van de mensen in dit mooie gebouw. Sully is heel interessant, want het laat van alles zien over het leven in de late 18e eeuw hier in Virginia.
Tegenwoordig is het slechts een (groot) huis, (de originele, wat bijzonder schijnt te zijn, volgens de gids) keuken en bijgebouwtjes, waaronder een slaven gebouwtje, waar we helaas niet in kunnen. Toen het vliegveld Dulles gebouwd zou worden heeft men moeten vechten om deze plantage te behouden en gelukkig voor ons is men daarin geslaagd.
Betty Holman leidt ons rond. Er zijn ook een aantal schoolgroepen in het gebouw, die onder anderen een spelletje uit die periode aan het maken zijn. Als eerste krijgen we, bij het licht van een zaklantaarn, een overzicht van de families, die dit landgoed als "thuis" beschouwden. Tot vlak na de Tweede Wereldoorlog was het huis bewoond.
Het huis is ingericht zoals het er ten tijde van de eerste familie, die van Richard Bland Lee en Elizabeth Lee, moet hebben uitgezien. Hij was Noord-Virginia's eerste congressman, zij een stadse dame uit Philadelphia, die het leven op het Virginiaanse platteland maar saai vond.


Sully Plantation

De eetkamer met het portret van "de" grootvader, Henry Lee

Onze gids demonstreert hoe men destijds suiker moest "knippen" van een kegel

De pianoforte van Elizabeth Lee

Het theehoekje

De matrassen liggen op touwen, die 's avonds vaster aangetrokken kunnen worden. Volgens de gids komt hier de uitdrukking: "Sleep tight, don't let the bed bugs bite!" vandaan.

Op de bovenste verdieping onder het dak hebben de dames hun werkkamer. De kleding rechts zou zijn, wat een slavin, die in het huis werkte, droeg. De stoffen werden met allerlei natuurlijke planten geverfd, welke geschikt waren leerde men van de Indianen.

Op het bureau, links een weegschaaltje voor geld, dat overal mee ging, want er werd nog in goud en zilver betaald.

De Lee's hadden maar liefst 9 kinderen, waarvan er slechts 4 opgroeiden tot volwassenen

"Werken" in de keuken
We krijgen te zien, hoe een nichtje in 1803 haar naam in een van de raampjes kerfde en hoe de Lee's spullen uit China bestelden en hoe die dan in grote kisten arriveerden, ongeveer twee jaar later.
De rondleiding duurt meer dan een uur en we hebben weer heel wat geleerd. Deze plantage begon als een tabaksplantage, zoals vrijwel iedere plantage hier in Virginia. Maar uiteindelijk is tabak niet goed voor de grond en ging men over in het verbouwen van granen en het houden van dieren. Behalve suiker en specerijen, die van verre moesten komen, leefde de familie van de opbrengst van hun eigen land.
De Lee's hadden tussen de 29 en 39 slaven, waarvan ze verschillende vrij lieten.
Maar, zo vertelt de gids, "vrijheid" was een gemengde zegening voor de slaven, want tenzij ze een ambacht kenden, was het heel moeilijk voor ze om zonder eigenaar te overleven. Bovendien, zo vertelt ze, had iedere staat wetten omtrent het houden en het behandelen van slaven en hing het van de staat af of eigenaars slaven ueberhaupt vrij mochten laten.
In ieder geval staan Karin en ik net na twaalven weer met een hoofd vol nieuwe informatie buiten. We lopen nog wat rond op het landgoed en gaan dan op zoek naar een restaurant voor lunch.